donderdag 4 juni 2009

Altijd weer die vraag: “Waar doe je het allemaal voor”

De 4,5 jaar waarin ik hardloop heb ik al menig massaal hardloopevenement meegedaan. Marathons zijn mijn ding, en zo liep ik o.a. New York, Berlijn, Parijs en natuurlijk Rotterdam. Allemaal evenementen waarbij het publiek zo enthousiast is dat je ze als hardloper ‘meegemaakt moet hebben’. Dit najaar gaat op de 2e zondag van oktober Eindhoven als 10e marathon aan mijn lijstje worden toegevoegd. Ook Eindhoven moet je meegemaakt hebben, en dan in het bijzonder natuurlijk het Stratumseind. Het Alpe d’Huez van de hardloopwereld heb ik a eens ervaren bij het lopen van de halve in Eindhoven. In oktober is het mijn bedoeling om het Stratumseind tweemaal te beleven en vervolgens te finishen binnen de 2:25; wederom 3 á 4 minuten van mijn PR af.

Luc Krotwaar, levend Nederlands hardloopmonument én sinds december onder de vlag van Eindhoven Atletiek mijn trainer, gaat me hierbij helpen. In deze niet marathonspecifieke periode werken we aan onze snelheid. Zo liep ik vorige week in Best voor het eerst een wedstrijd van ‘slechts’ 5km (resultaat 15:37). Twee dagen later, sloot ik me als invaller aan bij een team wat mee ging doen aan de RoPaRun. Bij deze hardloopestafette voor het goede doel lopen teams van 8 lopers een route van 516km van Parijs naar Rotterdam. Schematechnisch was Luc er niet heel gelukkig mee, maar onderschreef als éénmalig deelnemer (2003, parcoursrecord) dat je als hardloper ook deze gedaan moet hebben.

Het team waarbij ik was aangehaakt, De Vrienden van Flakkee, had het traject verdeeld in blokken van 30 km die met 3 lopers afgelegd werden. In een blok moest ik dus 10 keer 1 kilometer hardlopen en dan weer 2 kilometer in een busje/op de fiets. Na een blok namen drie andere lopers het stokje over en had ik 2 of 4 uur rust. Bij een start op zaterdagavond en finish op maandagmiddag betekent dat dus dat het bioritme genegeerd moet worden. In mijn geval begon mijn lijf hard te protesteren toen ik op zondagnacht van 3:30uur tot 5:30uur ‘even’ mijn 40e tot 50e kilometer moest lopen. Waar de eerste 40 door mijn enthousiasme allemaal eigenlijk iets harder gegaan waren dan Luc had geadviseerd (3:30 ipv 3:50), kreeg ik ze nu met geen mogelijkheid meer sneller dan 4:00. Mijn lijf protesteerde hevig en wilde eigenlijk alleen maar gaan slapen. Menigmaal trok die voor hardlopers zo bekende vraag door mijn hoofd: Waar doe ik het allemaal voor? Bij de RoPaRun is dat duidelijk: geld inzamelen voor kankerpatiënten. Slechts 2 uur later was er weer daglicht, kwam de finish in zicht en kon ik zowaar mijn tempo weer opschroeven. Ongeveer 100 kilometer later bereikten we dan eindelijk de door mij zo geliefde Coolsingel. Al drie keer kreeg ik hier kippenvel bij het verleggen van wéér een grens op de mythische afstand. Ook ditmaal was dat kippenvel er toen het voltallige team (25 mensen) feestelijk werd ingehaald. Ineens wist ik het: Grenzen verleggen voor het goede doel is wat ik wil. In oktober is de grens is de 2:25, mijn goede doel: Right To Play. Daar doe ik het allemaal voor.

Doneer nu! Klik hier! Voor meer info check: www.vriendenvanflakkee.nl